'Juf, vrijdag is het stripboekdag.'
‘Juf, vrijdag is het stripboekdag.’
Zijn klasgenootje vraagt of ze het zelfgemaakte
stripboek dat hij in zijn hand heeft mag lezen.
‘Ja hoor.’
Zijn klasgenootje bladert er enthousiast doorheen. ‘Heel cool!’
‘Ja, je mag het wel hebben hoor.’
Zijn klasgenootje staat met een mond vol tanden, dankbaar voor het geschenk.
In de pauze loop ik naar buiten en zie ik kinderen
uit verschillende klassen met een stripboek in hun hand.
‘Het is stripboekdag juf.’
Wat zijn kinderen toch gouden geschenken.
